Trio Derek Kraanconcerten (Jazz) Huis van Alijn (18-07-2021) report & photo credits: Anja Cleemput info club: Huis van Alijn info band: Trio Derek © Rootsville 2021 |
---|
Vorige week waren we voor de Blues nog in Ledeberg met net “VEUR DE GHENTSE FIESTE”. Vandaag staan we om 11h ’s ochtends op de binnenkoer van het Huis van Alijn, een middeleeuws pareltje waar we nu en dan een gezellig zolderconcert meepikken van de Gentse Helden (pakweg Sioen, Bruno Deneckere, HT Roberts of een Rianto). De ‘Vrienden van Alijn’, een fantastische ploeg van vrijwilligers voor de bediening, voor en achter de schermen, organiseren nu de kraanconcerten op deze historische binnenkoer van deze aloude parel, tevens museum …
Een perfect décor pour een selectie Franse chansons in een uniek kader. Het stemmige en zeer gezellige terras was zowat tot de nok gevuld voor een trio dat uit de schatkamer van het Frans Chanson zou komen grasduinen. Klasbak Mario Vermandel (diverse jazzformaties en ook actief bij Jan de Wilde), Hans van Oost, nog zo’n sublieme (jazz)gitarist en uiteraard gastheer Derek zelve.
Hij begon met een vertelseltje over de voetjes in het zand hebben in Portugal “au rythme de nos jours en ralenti” met je favoriete lief. Hans van Oost perste naar Django Reinhart neigende solo’s uit zijn gitaar en le rosé (de glaasjes werden vlijtig aangevoerd). Derek borduurde verder op het thema van het wel zeer charmante walsje “Le Chemin vers la Source” met mooie zinswenden als “Chez toi, il me suffit d’être chez toi en nog een andere diepzinnige eigen composities “Que la Vie peut être joyeuse”. Dit ging naadloos over in “Ta Robe à Fleur” van Moustaki, de in een wit pak gehulde Frans-Griekse dandy die op père Lachaise dicht bij Piaf voor eeuwig ligt te rusten. Henri Salvador kreeg een postuum eresoluut met “Le Jardin d’Hiver”.
Dan kregen we zowaar Daniel Lanois, de vooral als producer bekende supergetalenteerde Canadese tekstdichter, geserveerd met “Ma Jolie Louise” van zijn plaat “Acadi” (1989, een meesterwerk). Derek verwees naar de gitzwarte Coronaperikelen “tijdens dewelke de grote kinderen ook niet konden spelen zoals zij dat wilden (sic) en dat je altijd bij mama en papa mag terugkeren, mocht de noodzaak hiertoe zich manifesteren.
Ondertussen zat Hans van Oost al het hele optreden te schitteren op gitaar. “Soigne bien tes Talents” klonk het, en weer over naar de gezegende Georges Moustaki met “Le Métèque”, zijn lijflied, hier tekstueel wat verbasterd door de geniale invallen van Derek ‘”une étérnité d’amour que nous vivons avant de mourir”. Direct hierna eerde het sympathieke trio ene Jacques Dutronc (treedt al jaren niet meer op en woont afgelegen in Corsica, zijn zoon Thomas Dutronc breekt nu wel potten in La Douce France) met “J’aime les filles”…. Stante pede hierachter deelden de heren muzikanten met “Le Ciel est Blue” mee dat ze 100 jaar geleden ook overstromingen hadden. “Le Ciel est Bleu” handelde over de klimaatproblematiek. Dan was het de beurt aan Michel Fugain met zijn evergreen “un beau roman, une belle histoire”. De eerste set werd keurig en intens afgerond met “Vésoul” (dat Brel schreef voor zijn 2de vrouw).
Set twee stak van wel met nog een oude aan de eenzaamheid “Ma Solitude”. Uiteraard mocht Bobbejaan niet ontbreken en hij werd gehuldigd met “Le Temps des Cérises”. Van het schattige ‘Mon Petit Lapin”, naar de Champs-Elysées alwaar Derek alles zou dan om onder een bloes te geraken. “Si je voulais bien” was een naar het Frans vertaalde smeekbede onder een balkon I guess. “Pour un flirt” van Michel Delpech werd door het publiek uit volle borst meegezongen.
Er werd elegant afgerond met Joe Dassin zijn “Si tu n’existais pas” en “C’est ma Vie” van de immer briljante Adamo. Met als orgelpunt en dienstmededeling “Pas de souci”. Geen zorgen meer, santé!